opgeboomde
opgeborgen
opgebraakt
opgebraakte
opgebraden
opgebrast
opgebroken
opgecommandeerd
opgedaan
opgedampte
opgedane
opgedoken
opgedolven
opgedonderd
opgedraafd
opgedragen
opgedreven
opgedrongen
opgedronken
opgeduveld
opgedweild
opgeeft
opgeflikkerd
opgegane
opgegeten
opgegeven
opgegoten
opgegraven
opgehad
opgehangen
opgeharkt
opgeharkte
opgehesen
opgeheven
opgehoepeld
opgeholpen
opgehouden
opgekalfaterd
opgekalfaterde
opgekapt
opgekapte
opgekeken
opgekist
opgeklapt
opgeklauterd
opgeklede
opgekleed
opgeklommen
opgekort
opgekraamd
opgekregen
opgekropen
opgeladen
opgelast
opgelaste
opgelazerd
opgelet
opgelezen
opgeloefd
opgeloken